Baars
De baars heeft een vrij hoog lichaam, twee rugvinnen en een kenmerkend patroon van meestal zes donkere dwarsbanden. De kleuren van de vis zeggen niet zoveel, maar aan de achterkant van de voorste rugvin heeft de baars altijd een zwarte vlek. De staart en de onderste vinnen hebben een oranje zweem. De voorste rugvin evenals de buik- en borstvinnen hebben harde stralen met een scherpe punt, als je hierdoor geprikt wordt kan het erg irriteren vanwege het slijm van de vis. Op de kieuwdeksels heeft de baars scherpe randen en punten. Hij kan tot 60 centimeter lang en 4,5 kilogram zwaar worden. Hij kan 16 jaar oud worden.
De baars is een erg smakelijke vis. In de vijftiger en zestiger jaren van de twintigste eeuw werd in het IJsselmeer erg veel baars door beroepsvissers en hengelsporters gevangen. Ook in het buitenland is de baars een gewilde consumptievis. Baars voor consumptie meenemen is buiten de grote rivieren en het IJsselmeer niet echt aan te raden omdat hij vrij langzaam groeit en er na het fileren maar weinig vis overblijft.
Rond het begin van de 20e eeuw was de baars nog veel belangrijker in het ecosysteem. Rond Woerden vingen hengelaars in enkele uren 40 à 50 pond baars met een gemiddeld gewicht van ongeveer een kilo. In het ongestoorde ecosysteem, zoals dat ook op Ierse meren wordt benaderd domineren baars en snoek en zijn brasems en voorns veel schaarser.
Maak jouw eigen website met JouwWeb